Met dichters is 't zoals met muzikanten, het moet je stijl zijn.
ik steel van je
niet veel van je
of zal ik zeggen
dat ik leen.
jij mist het niet.
jij plukt de dag
daar waar jij ligt.
jij wijst de weg
met kruim.
je maakt het huis
blij bij de deur,
omhelst haast
het adres.
jij veegt de aarde
uit ons bed,
zoekt mij
onder het laken,
ziet wie ik ben.
voorspelt geluk,
baadt mij in rust
zo heel jij mij
al jaren,
geneest mij
door te zijn.
jij spreekt de taal
die ik versta,
hoort de seizoenen
in mijn stem,
aan mijn adem
wat ik denk.
jij kent de kunst
van nu en hier.
vandaar dat ik je
leen, nee spaar
of beter nog : bewaar.
Uit "Gedichten voor gelukkige mensen", 2008.
geef me je jas
van bont en teddyberen
leg je arm om me heen
en al je winterkleren
zoen me
tot ik warm word
zoen me
tot ik spin
trek je eigen huid dan uit
en stop mij er onder in
sus me met je hartslag
wij ons wij ons wij ons
maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons
Uit "Verzamel de Liefde", 2003
Oja, 'verzamel de liefde' die heb ik een paar keer cadeau gedaan. Bart Moeyaert staat ook met beide boekjes op mijn schap.
BeantwoordenVerwijderenIk heb hem net gekocht, die "Verzamel de liefde", zo schoon.
BeantwoordenVerwijderen